Winnaar 28e Willem Wilmink dichtwedstrijd: Bauke Vermaas uit Zwolle

Afgelopen zondag 17 maart was de feestelijke prijsuitreiking van de 28e Willem Wilmink dichtwedstrijd. De vijfkoppige jury, met o.a. gastdichter Rosa Schogt, heeft ruim 130 gedichten met de zin “of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?” bekeken. Juryvoorzitter Willem van Dooren was blij met de hoeveelheid ingestuurde gedichten en hoe de dichters de zin in hun gedicht verwerkt hadden. De jury heeft een moeilijke taak gehad, maar na een langdurig overleg zijn er de volgende winnaars uitgekomen:

1e prijs:    Bauke Vermaas, Zwolle
2e prijs:    Monica Boschman, Gassel
3e prijs:    Margriet van Bebber, Den Haag

De winnaar kreeg naast de dikke dichtbundel van Willem Wilmink een glasobject. Net als voorgaande jaren waren er deze editie naast de inzendingen uit Nederland ook veel inzendingen vanuit Vlaanderen.

Na een feestelijke middag met o.a. een optreden met liedjes en gedichten van Rosa Schogt en Marc Nochem zong het Trio 054 liedjes van Willem Wilmink en Harry Bannink. Na de pauze ontvingen de 10 winnaars hun prijs in het café van Bibliotheek Almelo. Ook dit jaar waren er vele oud-gastdichters aanwezig.

Winnende gedichten Willem Wilmink Dichtwedstrijd 2024

1e Prijs: Bauke Vermaas, Zwolle


Mag ik

leg jij me in je regels vast
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?
mag ik de woorden proeven en het wit
verkennen dat jij tussen zinnen hebt gezet

mij verstoppen achter komma’s
dansen in de marges
een afwijkend ritme klappen
als ik daar zin in heb

krijg ik de kans om letters te verzetten
en mag ik je dan verrassen met geheime
tekens of door onverwacht gewicht
te geven aan details die onbelangrijk leken

mag ik los of heb je mij verzonnen
houdt jouw inkt mij in bedwang
zit ik in jouw bladzijden gevangen
raak ik verstrikt in dit gedicht

2e Prijs Monica Boschman, Gassel


Namens alle ctenolepisma longicaudata

We gaan op pad met vele en dragen met verve
een pilwaardige naam. Maar noem ons gerust
papiervisjes, niet uit de boeken weg te slaan.

We dromen nog van Alexandrië. Die mooie bieb
verwoest door Caesar of een brand. Geloof jij dat?
Wij smulden, ze hadden ons niet in de hand.

Nu zijn jouw boeken ons domein, we dringen door
tot in de vezels. De huisbibliotheek, wat een grap
om een studeerkamer zo te noemen, is wat klein

maar toch een waar luilekkerland. Jij leest overdag
in de lage stoel. Wij werken ’s nachts, de materie
dichter op de huid, in ploegendienst op ons gevoel.

Vannacht begonnen we aan ‘Liedjes en gedichten’.
Vleugelloos rolden we over het papier, zo virtuoos
en lekker dik, het bracht ons uren rijmplezier.         

Ter zake nu, voor ik uit ons verhaal verdwijn.
Je wilt vandaag de hele bups met gif bestrijden
zodat het straks gedaan is met ons allemaal.

Jij mag mijn gewetensvraag aanhoren: verdelg je
mij of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?
Jij bent toch ook als boekenwurm geboren.

 

3e Prijs Margriet van Bebber, Den Haag


laat mij maar

is woord voor woord mijn leeskompas
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?
passages overslaan komt mij juist goed van pas
die oeverloze landschappen staan me zo tegen

verveel me dood daar voor het vensterglas
kom liever onverwacht een roverhoofdman tegen
want woord voor woord is niet mijn leeskompas
ik wil mij vrij over de bladzijden bewegen

dan ga ik moedig voorwaarts hier te hooi en daar te gras
verdwaal ik hopeloos in krochten en in stegen
in weidse buitenwijken en op smalle binnenwegen
met zevenmijlslaarzen of met de zwembadpas
laat mij maar vrij over de bladzijden bewegen

4e Prijs Onno-Sven Tromp, Amsterdam


ZUIHITSU

Het is mijn pen die steeds de zwier bepaalt
waarmee mijn inkt meandert op papier.
Soms dwaal ik even af, soms blijf ik hier,
zo volg ik een methode die nooit faalt.

Het is de pen die steeds het beste haalt
uit mijn talent dat ik als dichter vier.
Ik koester elke dag het schrijfplezier,
wanneer mijn werk zich in iets moois vertaalt.

Ik zoek gedreven naar de fraaiste zinnen
voor wat al tijden op mijn lippen lag
maar ik tot nog toe vurig heb verzwegen.

Ik weet alleen niet hoe ik kan beginnen:
moet ik concreet en helder zijn, of mag
ik vrij over de bladzijden bewegen?

5e Prijs Diny Groothalle, Hellendoorn


Het meisje met de halve ster 

Over de bladzijden bewegen
zich verhalen van verleden
verhalen van verleden
van een meisje van weleer
gebeurd in WO II
en onbeschrijfelijk geleden
voor wie het leest en heeft beleefd
beleeft het nog een keer

Ze overleeft en overweegt:
moet mijn verhaal worden verzwegen
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?
Het werd bekend, een document
een ieder moest het weten
zodat men leert: dit is verkeerd
’t mag niet worden vergeten

Maar over bladzijden bewegen
zich verhalen van het heden
verhalen van het heden
die wel lijken op weleer
nog altijd wordt gevlucht
en onbeschrijfelijk geleden
je leest en beeft en denkt waarom
waarom gebeurt dit telkens weer?

(N.a.v. ‘Het meisje met de halve ster’ door Judith Visser)

6e Prijs Bart Adjudant, Groningen


DE BRIEF

De brief, op perkament, lag achter glas in een vitrine
Geschreven, lang geleden, door een erudiet persoon
Ik las hem en ik werd terstond getroffen door de toon
Slinks lichtte ik het glas op, met vrijmoedige routine

Direct kwam een suppoost woest schreeuwend op mij afgelopen
Hij sloeg me in de boeien, nam me mee naar een kantoor
Waar ik werd onderworpen aan een agressief verhoor
Of ik er met een geldstraf af zou komen mocht ik hopen

Ik vroeg de man: Blijf ik gevangen nu of mag ik vrij?
Over de bladzijden bewegen, enkel met mijn ogen
Is naar mijn overtuiging toch geen daad van barbarij
Ik weet heel goed, die brief vertegenwoordigt een vermogen
Vergeef me, mijn belangstelling werd plots te groot voor mij
En ik werd als het ware die vitrine in gezogen

Moraal: lijdt u eens bovenmatig aan nieuwsgierigheid
Bevredig die, gehandschoend liefst, alleen, na sluitingstijd

7e Prijs Gerard Eskes, Hengelo

 

Alleen de vraag

             Gelegen in zijn hand

           weet ik mij opgenomen

                   uitverkoren,

    het zachte eelt verwarmt mijn huid

          als in een droom word ik

                opnieuw geboren.

                  Mijn zin is híer,-

         de doelplek van mijn streven,

          en op dit maagdelijk papier

              kom ik tot wasdom en

                       tot leven.

                   Alleen de vraag:

    zit ik gekluisterd voortaan in de klem

                van ‘schrijvers hand

                    of mag ik vrij

            over de bladzijden bewegen,

          is er ook ruimte voor míjn stem

                 naast die van hem en

                    mag ik méér zijn

                             dan

                      een adjudant?

 

8e Prijs Gerrit Rensink, Midsland Terschelling

Dook veur ‘t book.

niks geet d’r boaven een goad book
wat röst en vrea in ’t hoes
ik zet mie’j effen daal dat doo’k
met ’n luk koffie in mien kroes

en deank nem ik een Hollands book
of doo’k d’r ik één in ’t plat
ik nem een Hollaands book dat doo’k
“De Wijs” lik mie’j wal wat

dat deu’k en joa doar zit ik dan
stot plots mien koffie um
en Ivo den verschöt d’r van
ok ik verscheet liek um

nen dook, nen dook, nen dreugen dook
och drama en gin eân
ik zei och Ivo toch wat doo’k
zeit mear wat of ’t mut wean

mut ik strieken, mut ik deppen
um kloarheid in oen book te scheppen
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen
en kön ie wal teegen een betke vegen

9e Prijs Desi Leijnen, Haaksbergen


Langs de meetlat

mijn hand denkt langer na
ze weegt en wikt, valt stil
weet niet meer of ze verder wil

vingers van een stalen handschoen
dreigend op de mijne
populisten, puriteinen                               

mijn pen maakt vlekken en ontspoort
bang voor een woedend wederwoord
op wat ze nog niet schreef                       

wie gaat er met mijn woorden op de loop                     
heeft men mij nu al kleingekregen
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?

10e Prijs Ex aequo

Are Meijer, Amsterdam

OBEDIËNTE

Ik ben een ballerina
uit het binnenland van China
ik dans over de planken van papier

mijn voeten doen geen pijn
ik volg de speelse stippellijn
van alle pasjes waarmee ik de vloer versier

en geen moment van zelfbeklag
doorbreekt mijn koele oogopslag
ik draai mijn heupen in een wilde pirouette

vlieg als een vogel door de lucht
kom dan weer neer zonder gerucht
heel accuraat daar waar de tekens zijn gezet

ik doe al dansend mijn verhaal
petit allegro, maar loyaal
ik spreek mijn leermeesters in geen positie tegen

maar uit mijn tenen groeit een stift
die in het hout mijn woorden grift
aan onderdrukking en karaktermoord ontstegen

ik vraag het boek dat ik zo goed ken
of ik voorgoed gevangen ben
of mag ik vrij over de bladzijden bewegen?

maar antwoord komt er misschien nooit
ik word weer in de lucht gegooid
neem slaafs de opdracht die ik heb gekregen ...

Mijn spitzen kleuren rood als wijn
toch doen mijn voeten nauw’lijks pijn

10e Prijs Ex aequo
Miriam Janssen, Borne

De Wedstrijd

De Willem Wilmink kent al lang een strak stramien
de vaste regel die men altijd moet verwerken   
ze geeft houvast, da’s mooi, en bovendien
dwingt zij me om mijn speelveld in te perken.

Spelen met metrum en het vaste rijm
kan ‘t flauwe brouwsel enigszins versterken
ach, vielen lezers voor dit schrijfsel maar in zwijm
zodat ze mijn gegoochel niet bemerken.

Of mag ik vrij over de bladzijden bewegen
kan ‘k zwieren, zwalken en gedichten walsen   
een choreografie van taal, een dans met woorden

mijn poëzie wil swingen en verrassen
zij heeft geen logica, geen doel, maar wel een ziel
o, als de jury hiervoor sterren wilde geven!